![]() |
Vorige pagina.
De Lewis Gompertz 1821 Uit een idee kan een ander idee ontspruiten, dat het eerste idee ter zijde streeft, ja overtreft. Bekijken we de "Lewis Gompertz" in vergelijking met de loopmachine, dan zien we duidelijk de lijnen van de laatste vóór ons: de twee gelijke wielen door een gebogen zitbalk verbonden. Uit het idee van Drais von Sauerbronn om een loopmachine te construeren, ontsproot het idee van Gompertz om, inplaats van te "lopen" de voort- beweging zijner machine te doen geschieden door armkracht. Deze, ook nog wel primitieve manier van zichzelf verplaatsen door middel van een voertuig zonder paard, moeten we toch wel als uiterst modern kwalificeren als we denken aan het tijdstip der creatie, dat zóver terug ligt in de geschiedenis van het rijwiel. Want weet U wel dat Lewis Gompertz de schepper was van het eerste vrijwiel op zijn uitvinding? En er zit ook iets in van de latere acatène of ketting- loze. Lewis Gompertz, die in Kensington woonde, maakte eerst een driewieler met hefboom voort- beweging op het voorwiel, met armen en benen, of afzonderlijk, in actie te brengen. Dat was in 1821. Zijn tweewieler moet enige jaren later ontstaan zijn. Hij nam geen patent, dus is het moeiliik na te gaan. Aan het draaibare voorwiel bevond zich ter linker- zijde een ingekerfde ring waarover een beugel met tanden streek. Die beugel werd met de beide handen in beweging gebracht, waardoor het vehikel naar voren rolde. Een flink kussen, een sterke steun voor de borst, nodig voor het met kracht naar zich toe trekken van de beugel vervolmaakten het geheel dat van hout was vervaardigd met ijzeren hoepels om de wielen. |